-
onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
-
je moet roeien met de riemen die je hebt. (=je moet gebruikmaken van de middelen die je ter beschikking staan)
-
tegen de stroom oproeien (=tegen de gangbare opinie in gaan)
-
eerst in de boot keur van de riemen (=wie eerst komt, kan eerst kiezen)
-
Iemand op zijn eigen riemen laten drijven. (=Hem aan het werk laten gaan zonder hem te helpen)
-
Tegen de stroom is het kwaad roeien. (=Als het tegenzit, is het moeilijk er weer bovenop te komen)
-
Hij is lid van de roeivereniging (=dievengilde)
-
De riemen laten vallen (= het opgeven)
-
Als een haring naar de sloep staren (=sip kijken)
-
Hij roeit de ene kant op en ziet de andere kant uit.(=Hij handelt anders dan je zou verwachten.)
-
Hij roeit op eigen doft.(=Hij doet het zoals hij het het beste vindt.)
-
op slag komen (=ergens handigheid in krijgen)
-
een tegenslag (=een teleurstelling)
-
helemaal van slag zijn
-
Ieder op zijn eigen doft (=samenwerken, maar ieder op zijn eigen plaats)
-
Slagroeier".Slagroeiers gaven het tempo van de slag aan waarop geroeid moest worden.- Een leidinggevende.
-
als je ergens snel wilt komen moet je langzaam roeien